Yes, we are back! Na een iets langere pauze dan gepland, is dit de eerste Recast-nieuwsbrief van het vierde seizoen. In aanloop naar het
Society 5.0 festival
op 9 en 10 oktober gaan we weer met jullie in gesprek over de rol van ontwerp(ers) in de samenleving, met speciale aandacht voor de maatschappelijke implicaties van nieuwe technologieën.
Om inspiratie op te doen bezocht ik samen met een paar andere festivalsamenstellers het Duitse
re:publica-festival
. In de week dat Duitsland met een groot
Demokratiefest
het 75-jarige bestaan van de grondwet vierde, kwamen tijdens re:publica meer dan tienduizend mensen bij elkaar om te discussiëren over de rol van technologie, design en media in de democratische samenleving.
|
‘Who Cares?’, luidde het officiële festivalmotto. Een mooie titel, waarin zowel een provocatie als een opdracht besloten liggen: maken we ons voldoende druk over het voortbestaan van de democratie? En specifiek voor de digitale samenleving: wat vinden we ervan dat niet de grondwet maar
terms of service, algoritmes en systemen van big tech ons handelingsvermogen bepalen? Daarover gingen verschillende panels. Heeft
Elon Musk Twitter kapot gemaakt? Brengt het gepolariseerde online debat
de democratie in gevaar? Hoe zit het met
de rechten van platformwerkers? Is big tech bezig met
een nieuwe vorm van kolonialisme, oftewel: proberen grote technologiebedrijven ons dagelijks leven toe te eigenen?
|
|
Democratie en de digitale samenleving stonden centraal tijdens het Duitse festival re:publica (bron: re:publica).
|
Sprekers en panelleden zoeken ook oplossingen:
Op consultatie-website
Make.org kunnen burgers hun mening geven over actuele zaken. Het platform gebruikt kunstmatige intelligentie om reacties te filteren.
|
|
Rosie, de Twitter-bot die uitgaven van Braziliaanse congresleden verzamelt en analyseert (
bron)
|
Oplossingen voor een democratisch online debat
Vooral New Public vind ik erg interessant. Aan dit project ging een uitgebreide analyse vooraf, waaruit bleek dat velen de huidige debatcultuur op internet als verstikkend ervaren. 'Schreeuwers' met extreme meningen domineren discussies en dat schrikt de grote meerderheid af. De algoritmes en simplistische, vaak binaire discussie-interfaces van sociale media versterken dit fenomeen. Er is weinig nuance: je kunt een mening 'liken' of niet. Vooral jongeren gaven in het onderzoek van New Public aan dat ze een veilige plek missen voor online debat zonder trollen die klaar staan om hen belachelijk te maken of onderuit te halen.
New Public heeft tools ontworpen om verandering te brengen. De basis is een gespreksmodel met drie centrale elementen:
- Wat is er aan de hand? Beschrijving van een situatie of probleem waarbij ruimte is om verschillende perspectieven te delen
- Wat vinden we ervan? Interpretatie en meningsvorming over de situatie
- Wat kunnen we eraan doen? Het genereren van ideeën en acties.
Een van de prototypes is een ‘comments slider’, waarmee je volgens een glijdende schaal kunt aangeven in hoeverre je het eens bent met een statement. Via de slider kun je ook gemakkelijk verschillende meningen en inzichten bekijken, waardoor je makkelijker een genuanceerder beeld krijgt over een onderwerp.
|
|
In deze video legt New Public uit hoe de comment slider werkt (
video)
|
Een andere tool is ‘representing perspectives’. Daarmee kun je aangeven vanuit welk perspectief je spreekt als je commentaar geeft. Gaat de discussie over bijvoorbeeld kinderopvang, dan kun je aangeven of je bijvoorbeeld opvangmedewerker, ouder of grootouder bent. Dit maakt het makkelijker om de verschillende perspectieven te herkennen en te duiden. Ook wordt sneller duidelijk wiens visie nog mist in het debat.
|
|
Representing perspectives biedt inzicht in diverse visies en standpunten over een thema (
video)
|
Tot slot is de benadering van New Public interessant. Zij willen geen alternatief sociaal netwerk ontwikkelen, maar een decentrale toolset voor diverse websites. Vooralsnog zijn het vooral omroepen die de tools willen toepassen. Verder denkt New Public na over rollen waarvoor wellicht procedures ontworpen moeten worden. Hoe kunnen journalisten bijvoorbeeld de rol van communitymanager vervullen? Kan ook het publiek de moderatorrol vervullen en hoe?
|