Het perspectief van technologisch burgerschap kan helpen tools, diensten, beleid of onderwijs te ontwikkelen die de impact van technologische ontwikkelingen op de samenleving te versterken vanuit publieke waarden.
Daarbij, stelt ook het Rathenau Instituut, is het belangrijk niet alleen de rechten en plichten van burgers, bedrijven en overheden vast te leggen, maar ook om te zorgen voor voldoende faciliteiten om die rechten te garanderen.
Een recht op data-privacy is mooi, maar zonder privacy-waakhond wordt het al snel een wassen neus. De belofte dat burgers mee kunnen doen in het debat over de impact van technologie is fraai. Maar dan zijn er ook instituties en culturele vormen nodig om die impact inzichtelijk, begrijpelijk en bespreekbaar te maken.
Waardengedreven Digitaliseren
Dat vraagstuk is deze maand extra actueel omdat staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Digitalisering) haar
Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren naar de Tweede Kamer stuurde. Daarin kondigt ze plannen aan om de positie van burgers in een steeds meer door technologie gedomineerde samenleving te versterken.
Voor een integrale aanpak zijn de bovenstaande vijf invalshoeken van groot belang. De overheid handelt dan niet alleen protectionistisch, maar jaagt ook de ontwikkeling van nieuwe tools en vaardigheden aan. Zo vertaalt de staatssecretaris het recht op een inclusieve digitale samenleving naar de plicht voor de overheid om te zorgen voor een goede informatievoorziening. Dat kan bijvoorbeeld via (protectionistische) regels voor online platformen. Daarnaast ook - en ze noemt dit expliciet - door het ontwikkelen of stimuleren van alternatieve sociale platformen.
Algoritmetoezichthouder en -register
Eenzelfde potentieel ligt bij het doel om de regie op het digitale leven van burgers te versterken. Dat betekent naast verdere verankering van privacyrechten en zeggenschap over persoonlijke gegevens, ook het recht om te kunnen begrijpen hoe algoritmes gegevens verwerken. Om dat recht te garanderen komen er een algoritmetoezichthouder en een algoritmeregister.
Geredeneerd vanuit technologisch burgerschap zou je de opdracht voor de overheid nog verder uit kunnen breiden. Dan wordt het gebruik van kunstmatige intelligentie niet alleen uitgelegd of geregistreerd, maar ook begrijpelijk en
betwistbaar gemaakt. Dat kan bijvoorbeeld door in de procedures van het ontwerp een grotere rol in te ruimen voor burgers of organisaties.
Kunnen burgers bijvoorbeeld een rol krijgen bij het trainen van algoritmes? Of inzicht krijgen in de databestanden die gebruikt worden (en mogelijk vooroordelen met zich meebrengen)? En kunnen er ‘touch points’ worden ontworpen waarin burgers in beroep kunnen tegen de beslissingen van een algoritme?
Mooie eerste stap
De actieagenda Waardengedreven Digitalisering lijkt op het eerste gezicht een mooie stap in de richting van een geïntegreerde visie op burgerschap in een technologische samenleving. Technologisch burgerschap kan een belangrijk begrip worden om discussies en agenda’s aan te scherpen.
De vijf perspectieven bieden eerste aanknopingspunten om op een integrale manier verder te denken over het ontwerp van tools, beleid of procedures. Ook zijn ze geschikt als vertrekpunt van ontwerpend onderzoek en bij het vormgeven van curricula waarin scholieren, studenten of professionals nieuwe vaardigheden verwerven.